Crash nabij Schijf

Schijf: 17 juni 1944

Op 16 juni 1944 om 22:54 uur stijgt de Canadese bommenwerper Halifax Mk III LW433 van het 434e “Bluenose” squadron op van het Engelse vliegveld Croft, 7.4 km ten zuiden van Darlington, County Durham voor het uitvoeren van een bombardement op de zwaar verdedigde synthetische benzinefabriek Fischer Tropsch bij Sterkrade/Holten (Essen). Dit bombardement met 321 bommenwerpers van o.a. het No. 6 Bomber Command van de RCAF heeft als doel de industriële doelen in het Duitse Ruhrgebied te treffen. Boven Zuid-Nederland patrouilleert een viertal Heinkels van het Nachtjagdgeschwader 1./NJG 1 uit Venlo. De Halifax LW433 van piloot P/O Fred Haldenby wordt onderschept en neergehaald door de Duitse nachtjager Uffz. Hugo Oppermann in zijn Heinkel HE 219. Op 17 juni 1944 om 00:53 uur stort het toestel neer op de Nederheide in Schijf.

Drie van de zeven bemanningsleden komen om bij deze crash met name P/O Albert E.C. Boehmer (22 jaar, staartschutter), Sgt. Peter D.F. Ager (19 jaar, boordwerktuigkundige) en P/O William A. Good (21 jaar, radiotelegrafist). Drie bemanningsleden met name P/O Fred J. Haldenby (20 jaar, piloot), Flt Sgt. Edward J. Downing (25 jaar, navigator) en Flt Sgt. John H. Dougherty (23 jaar, bommenrichter) vinden met behulp van het verzet een onderduikadres, maar worden na verraad in Antwerpen door de Duitsers gearresteerd. Na de arrestatie worden ze eerst voor ondervraging overgebracht naar Dulag Oberursel bij Frankfurt en vervolgens als krijgsgevangenen afgevoerd naar Stalag Luft VII in Bankau (nu Bąków in Neder- Silezië, Polen). Sgt. Tom Inverarity (20 jaar, boordschutter) is na de crash ondergedoken en tot aan de bevrijding in West-Brabant gebleven.