Crash in Sint Willebrord

Sint Willebrord: 21 mei 1944

Op 21 mei 1944 vertrekken van verschillende bases in Engeland 763 jachtbommenwerpers van de Britse 2nd Tactical Air Force en de US 9th AAF voor een luchtaanval boven Noord-Frankrijk en vijfhonderd jachtbommenwerpers van de 8th Air Force van de United States Army Air Forces (USAAF) voor een luchtaanval (Field Order 344) op de militaire infrastructuur in Duitsland. Deze eerste ‘Chattanooga Choo-Choo’ missie heeft als doel het verminderen van de mogelijkheden van de Duitsers om hun legers in Noordwest-Frankrijk te versterken zodra operatie ‘Overlord’ (de grootscheepse landing van de geallieerden op de Normandische kust) is begonnen. Aan deze operatie wordt deelgenomen door de 339e Fighter Group die is gestationeerd op Fowlmere USAAF Station 378, 14 km ten zuidwesten van Cambridge, Cambridgeshire. Deze 18e missie van de 339e Fighter Group is een zogenaamde “fighter sweep” waarbij de gevechtstoestellen doelen aanvallen en vernietigen door deze doelen met hun machinegeweren onder vuur te nemen. De doelen van de 339e Fighter Group zijn gelegen tussen Dresden en Leipzig.

Aan deze missie wordt deelgenomen door een P-51C Mustang van het 503e Fighter Squadron als onderdeel van de 339e Fighter Group. Deze “fighter-bomber” wordt gevlogen door 1st Lt. Robert Francis Mulvey (service nummer O-754170). Na het uitvoeren van de “fighter sweep” keren de toestellen terug naar hun bases in Engeland. Door brandstoftekort is 1st Lt.  Robert F. Mulvey genoodzaakt zijn toestel vroegtijdig te verlaten en stort zijn toestel rond 17.00 uur neer in de “Luienhoek” aan de oostkant van St. Willebrord (nu wijk Gagelrijzen). 1st Lt. Robert F. Mulvey landt met zijn parachute aan de westkant van St. Willebrord en raakt gewond aan zijn linkervoet. Hij wordt gevangengenomen door het Duitse leger en wordt, na ondervraagd te zijn in Dulag Wetzlar, krijgsgevangen gezet in Stalag Luft III. Stalag Luft III lag in de buurt van Sagan, 160 km ten zuidoosten van Berlijn, nu Zagan in Neder-Silezië, Polen. Op 27 januari 1945 wordt het kamp ontruimd en komen de krijgsgevangenen uiteindelijk in Stalag VII A terecht. Dit kamp wordt op 29 april 1945 bevrijd door de Amerikaanse 14e Pantserdivisie. Robert Mulvey overlijdt op 6 augustus 1958.